Een wereld zonder kunststof of plastic bestaat niet. Kunststof is overal: medisch materiaal, brooddozen, bankkaarten, auto’s, computers, drankflessen, …
In de praktijk worden plastic en kunststof door elkaar gebruikt. De “kunst” in kunststof komt van kunstmatig. Plastic komt van het Oude Griekse “plassein” en betekent vormbaar of moduleerbaar. Kunststof is dus een synthetische stof die door onder invloed van druk en warmte een bepaalde vorm aanneemt. Tijdens de verwerking is kunststof vloeibaar maar na afkoeling neemt ze een vaste vorm aan. Het basismateriaal voor kunststof komt uit de natuur, nl. aardolie of aardgas.
Kunststof is recyclebaar: oude producten kunnen verwerkt worden tot grondstof voor nieuwe producten.
Tijdens de productie worden kunststofkorrels verhit en samen met een kleurstof in een matrijs gebracht. Een matrijs is een metalen vorm van het te produceren voorwerp en kan bestaan uit één of twee delen. Afhankelijk van het te bekomen product, kiest een producent voor spuitgieten, thermovormen, vormblazen of extruderen.
Binnen de kunststoffen kennen we twee hoofdgroepen:
- Thermoplasten: Dit zijn plastische kunststoffen, die (onder de invloed van druk en warmte) zacht worden en in een bepaalde vorm gebracht worden. Na afkoeling wordt deze vorm behouden. Bij verhitting worden thermoplasten terug zacht en kunnen ze opnieuw in een andere vorm gebracht worden. Zij zijn dus zeer geschikt voor recycling. Thermoplasten bieden talrijke voordelen: geschikt voor bijna elk ontwerp, geschikt voor massafabricage en goedkoop. Thermoplasten worden vooral gebruikt bij spuitgieten.
- Thermoharders: Dit zijn harde plastics waarbij de vormbaarheid éénmalig is. Eens ze een bepaalde vorm hebben, kan deze niet meer gewijzigd worden ook niet door ze opnieuw te verwarmen.
Kunststoffen ontwikkelen zich continu. Tegenwoordig zijn duurzame productie en circulaire economie heel actueel. Er wordt gezocht naar hernieuwbare grondstoffen voor kunststof, zoals rijstvlies, koffie of melkzuur.